India 2024

Vijfde bricht: uit Badami


Vandaag 34 graden, warmer hoeft niet. Maar eerst onze treinreis van Neral naar Kolhapur. Na Matheran was ons doel Badami via Kolhapur. We hadden geprobeerd een treinkaartje te reserveren. Dat lukte niet, de trein naar Kolhapur was volgeboekt. dan maar een kaartje met de stoptrein naar Puna, 200 km verder en dan eventueel met de bus. Toen de stoptrein arriveerde, stapte Wilte per ongeluk in een vrouwencompartiment. Die protesteerden, toen er weer uit, maar de volgende deur werd geblokkeerd door de vele mensen, die opgepropt in de trein stonden. Tot frustratie van wilte vertok de trein zonder ons. Maar oh wonder, 10 minuten later kwam de doorgaande trein naar Kolhampur. We wisten ons erin te wurmen, maar moesten in het gangpad staan. Na een tijdje konden we een plaatsje veroveren voor onze rugzakken. Na nog een half uur opeengepakt staan, kreeg Mary een plaats aangeboden op de rand van een bank voor een bil en voor Wilte werd een plaats vrijgemaakt boven een bank op het bagagerek. “Moet je daarvoor 70 worden?” dacht ik nog. Zo zaten we tot Puna, we hoopten dat het daar minder druk zou worden. Dat was niet zo, maar omdat we nu eenmaal in de trein zaten naar Kolhampur, besloten we te blijven zitten. Dan maar zonder kaartje. Het bleek dat een conducteur in de “general class” toch niet langskwam. Al met al hebben we 8 uur lang zonder kaartje in de trein gezeten, we hadden het gevoel dat we het record “zwartrijden in India” hadden gebroken. En eigenlijk was het een heel gezellige treinreis. Iedereen bemoeide zich met ons, we kregen eten aangeboden en werden uitbundig toegezwaaid als men uit de tein stapte. In Kolhapur vonden we een heel goed hotel met een heerlijk tuinrestaurant. Eindelijk een coctail vooraf en een biertje bij het verukkelijke eten. Aan de tafel naast ons zat een jong stel steeds naar ons te lachen. Waarschijnlijk straalden we tevredenheid uit met het hotel, met het eten en misschien ook wel een beetje met elkaar. (Niet te klef, toch?). Toen we iets tegen hen zeiden, kwamen ze naar ons toe, omhelsden ons spontaan en konden met hun handen nauwelijks van ons afblijven! Het leken toch heel normale jonge mensen… Kolhapur was eigenlijk best een aardige stad. Op zondag gonsde het in de Mahalaxmi tempel van bedrijvigheid, we kregen zelfs kaartjes voor een gratis maaltijd. In het paleis van de Maharaja hebben we zijn bezittingen bewonderd. In het stadhuismuseum waren prachtige godenbeelden uit de 11 eeuw te bewonderen, verder vazen, schilderijen, gebruiksvoorwerpen en wapens. En… bij uitzondering in India: heel smaakvol tentoongesteld. Wat opviel waren 2 helmen en 2 primitieve automatische geweren, die de Duitsers gebruikten in de 1e wereldoorlog. We vroegen ons af hoe die hier terecht gekomen waren. In de tuin van dit museum zagen we ook nog iets bijzonders: aan een bepaald soort hoge bomen hingen hingen honderden, zo niet een paar duizend, grote vleermuizen. Hun spanwijdte was zeker 80 cm, een heel bijzonder gezicht op klaarlichte dag.                                                                  Eergister zijn we met de bus in Badami aangekomen, 300 km. we deden er 8 uur over! Smalle wegen, die verstopt waren met wel duizend tracktoren met hun vracht suikerriet, de oogst is op z’n hoogtepunt. Badami is een en al historie. Beroemd zij de “Badami caves”, 4 in rotsen uitgehouwen tempels met prachtige reliefs en beelden van goden, uit de 6e en 7e eeuw. Een mooi uitzicht over de tank, een vierkante vijver, daterend uit de 4e eeuw, met op de achtergrond heuvels met her en der oude tempels gedrapeerd. Ook het archeologisch museum was zeer de moeite waard. Vandaag zij we met een taxi naar Pattadakal en Aiholi geweest, 2 plaatsen op de Werelderfgoedlijst. Pattadakal was ooit de hoofdstad van het Chalukya rijk, 6e tot de 9e eeuw, met een groot tempelcomplex. In Aiholi staan wel 100 oude tempels, waarvan zeker de helft heel gaaf is geconserveerd. Het dorpje Aiholi is tegen en tussen al die tempels gebouwd, een mooie combinatie van schoonheid van de tempels en de rommeligheid van een Indiaas dorp: buffels, vrouwen aan de was, vieze kindertjes, die allemaal “schoolpen, schoolpen” roepen, opgestapelde koeienvlaaien, koeien, varkens, kippen, alles door elkaar. Morgen reizen we verder naar Hasmpi, we moeten nog besluiten of we per taxi gaan of per bus. Groeten van ons..