Boven dit bericht had ook kunnen staan:”Domweg gelukkig in Fort Kochi”. We voelen ons hier thuis, ontmoeten veel leuke, lieve mensen, bezoeken veel, soms verrassende plaatsen. De start hier was wat minder. Na ons luxe verblijf in Marari beach, wilden we niet terug naar het simpele onderkomen in Niya’s Nest. Het was daar ook niet zo schoon. Dus vroegen we Anandhu om een goed guesthouse voor ons te regelen. Maar toen we er aankwamen bleek het tegen te vallen: ver van het centrum en truttigheid troef. Overal plantjes, gouden kussentjes en snuisterijen, zelfs een plantje op de wastafel, maar niks om iets op te kunnen zetten en zo benepen, dat je je kont niet kon keren. Dus toch maar Jezna geappt: weten jullie een mooie kamer in de buurt. En zo werden we ondergebracht bij een tante, die een paar luxe kamers had. Het eerste wat we moesten doen was naar een brillenwinkel om mijn bril te laten maken. Ik was er per ongeluk op gaan zitten! Ze hebben er twee nieuwe “poten” aangezet, kosten: service! En ik wilde mijn haar, voor zover aanwezig, laten knippen. Behalve een haircut kreeg ik ook een heerlijke hoofd- en rugmassage. Toen Mary mij kwam halen, kreeg zij dezelfde behandeling. Verder hebben we weer heerlijk gegeten bij de Tibetaan, momo’s in soup, en heeft Jezna voor ons tonijn in bananenblad gemaakt, zoo lekker! We zijn nog maar een klassieke dansvoorstelling geweest en een dagje naar het strand in Cherai beach. Het kostte wel een uur met ferry, bus en tuktuk, maar toen konden we eindelijk vrijuit zwemmen in een schone zee zonder hoge golven. En heerlijk relaxen in het chill out cafe. Het bijzondere was ook nog dat we de hele dag vergezeld werden door een jonge student uit Bangalore. Hij was met de nachttrein gekomen om hier te zwemmen in zee, hij vroeg of hij met ons mee mocht. Hij was aardig en welgemanierd, aangenaam gezelschap dus. Vandaag, onze laatste dag, zijn we met een tuktuk chauffeur naar een grote wasplaats gegaan. Door de Nederlanders opgezet in de 17e eeuw om de was te doen voor het leger. Nu gebeurt dat, met de hand, voor alle grote hotels. Donkere mannen die in het water staan, om te spoelen en te wassen, eindeloze waslijnen om alles te drogen, daarna zware ijzeren strijkijzers met houtskool, om te strijken. De chauffeur wist veel van de geschiedenis en bracht ons op historische plaatse die we nog niet kenden. Uiteindelijk werden we gedropt bij de David Hall, een historisch Nederlands gebouw met fraaie tuin, waar we heerlijke koffie hebben gedronken met een taartje. Straks ga ik verder met het 14e bericht.